qualis magazine interview coen van ham

Qualis Magazine toont een overzicht van de mooiste premium woningen in binnen- en buitenland. Dit gecombineerd met verhalen over trends en ontwikkelingen in de woningmarkt, interieur, kunst, reizen en culinair genieten.

Het blad besteedt in vijf pagina’s aandacht aan mijn werk als schilder. Hiervoor had ik met Marleen van Loon een openhartig interview over drijfveren en achtergronden bij mijn werk.

Lees hier het hele verhaal als PDF, of onder de afbeeldingen in platte tekst.

qualis interview coen van ham
qualis interview coen van ham

Kunstenaar Coen van Ham vertelt het verhaal van de ander

‘Ik laat zien hoe mooi mensen zijn’

‘Echte schoonheid zit vanbinnen. Maar wat kun je daarmee als niemand dat ziet?’ Het zijn de eerste twee zinnen uit een drieluik over kunstenaar Coen van Ham dat we na het interview meekrijgen. Coen schildert voornamelijk naar model en weet na korte intense gesprekken de emoties en karakters van zijn modellen op doek te krijgen. Het resultaat: abstracte, kleurrijke en expressieve schilderijen. 

Tekst: Marleen van Loon

Foto’s: Arjan de Lange en Coen van Ham 

Centraal in zijn knusse atelier staat een doek op een ezel waar Coen vanochtend nog aan heeft gewerkt. Hetacryl glinstert op sommige plekken nog. “Het doek is bijna af”, zegt Coen terwijl hij er van een afstand naar kijkt. “Op welk punt ik denk dat ik klaar ben? Dat is een pittige vraag.” Stilte. “Wist je dat ik hier heel vaak uren naar een doek kan kijken voordat ik aan de slag ga? Helemaal af is het schilderij als er spanning in zit en als het voor mijn gevoel klopt.” We nemen plaats op de bank waar al menig model is neergestreken. Wanneer we over onze schouders naar buiten kijken, valt onze blik op de sprookjesachtige tuin van de oude pastorie waarin Coens atelier gevestigd is. Enthousiast vertelt hij: “Al een aantal jaar doet de pastorie dienst als inspirerende werkplek voor creatieve ondernemers. Toen ik hoorde dat er een werkruimte vrij was, heb ik meteen gereageerd. Het is een prachtige plek die meteen goed aanvoelt.” 

Mooie volgende stap 

Hier in het atelier is schilderen voor Coen een vast onderdeel van zijn leven geworden. “Na de crisis van 2012 ben ik me veel dingen gaan afvragen. Wilde ik bijvoorbeeld mijn hele leven alleen blijven ontwerpen (Coen heeft een ontwerpbureau waarmee hij identiteit, interieurs en producten ontwikkelt, red-)? Ik kwam tot de conclusie dat ik meer mensgericht aan de slag wilde. Dus volgde ik een coachopleiding en de opleiding ‘Kunstenaar in de Samenleving’ waar ik leerde hoe je creativiteit kunt laten aansluiten bij de maatschappij. Het schilderen deed ik in eerste instantie naast mijn advieswerk, maar dat begon te wringen. Ik vond dat ik een beslissing moest nemen om te kijken waar het schilderen toe leidt. Het huren van dit atelier met vaste atelierdagen was een mooie volgende stap. Ik kom hier nu twee à drie dagen in de week waardoor ik een soort flow houd. Dat heeft niet alleen mijn schilderijen beter gemaakt, maar uiteindelijk ook mijn advieswerk.” 

Op zoek naar verdieping 

Tijdens zijn opleiding aan de Design Academy in Eindhoven maakte Coen voor het eerst kennis met modelschilderen. “We moesten van alles naschilderen. Ik kan me de bloemkool nog goed herinneren”, lacht hij. “Het schilderen van mensen sprak me echter het meest aan. In het begin ging het puur om het model, om het lichaam. Later ging ik ook op zoek naar verdieping”, vervolgt hij serieuzer. Coen begon met de Alma-serie: “In deze werken zie je mijn interpretatie en emotie van wat een model uitstraalt terug in het schilderij. Dit is ook het geval bij de Fathom-serie, al heb ik hiervoor modellen meer proberen te doorklieven, te doorgronden. Daarom zijn deze schilderijen nog intenser dan de voorgaande serie. De gesprekken die ik met de modellen aanga, gaan meestal niet over koetjes en kalfjes. Je gaat een drempel over. Mensen geven zich letterlijk en figuurlijk bloot. Ze hebben niets meer te verbergen en komen dichter bij zichzelf. Laatst kwam hier een heel vrolijk type binnenwandelen en dacht ik: ‘Haal de lavendel maar uit de kast’. Ik kreeg hem echterniet scherp op het doek. Na een uitgebreid gesprek bleek dat hij een vrij donker verleden had. Toen ik dat wist, ging het schilderen vanzelf en werd het resultaat sterker. Het is niet altijd dramatisch, maar je raakt wel dingen.”

Sprekend en kleurrijk

“Vaak hoor ik na een sessie dat ik mensen inzicht heb gegeven in waar ze mee bezig zijn. Of dat ze bij zichzelf zijn gekomen. Het geeft modellen dus ook een soort reflectieve waarde en dat maakt het doek uiteindelijk beter. Daar word ik blij van.” Aan de hand van het gesprek maakt Coen een eerste schets van het lichaam waarna hij het innerlijk van het model op het doekvastlegt. Dat doet hij over het algemeen met veel kleur. “Ik laat zien hoe mooi mensen zijn’. Kleur duidt, maar het is niet zo dat vrolijkheid alleen in knalgeel of groen uit te drukken is. Emotie zit ook in hoe stevig je iets schildert, de toets, het grote gebaar. Tijdens het schilderen ga ik voorbij aan de herkenbaarheid van een lichaam. Uiteindelijk maakt het namelijk niet uit hoe je eruitziet. Belangrijk is dat je geraakt wordt door een sprekend werk.”

Interesse in Coens werkZijn schilderijen maken deel uit van de vaste collectie van Galerie Persoon in EerselKijk voor meer informatie op: www.galeriepersoon.nlwww.coenvanham.com of www.coen.info

Biografie Coen van Ham

Zijn werk als autonoom schilder beslaat de helft van Coens tijd. De andere helft van zijn tijd is hij identiteitsconsultant en ontwerpt hij met zijn in Eindhoven gevestigde studio COEN! identiteit, interieurs en producten. Zo was hij verantwoordelijk voor de interieurs van de NPO, de MBO Raad, maar ook de entree en de hal van het Muziekcentrum van de Omroep. Eén van zijn producten, de Delfts blauwe vouwvaas K’ Do Ding, is inmiddels een designklassieker. Coen was creatief directeur bij Gielissen en is actief voor U.NXT de nieuwste internationale universiteit in Eindhoven: creative business studies. Dit palet aan projecten en activiteiten lijkt op het eerste gezicht divers. Er zit echter één grote overeenkomst in: voor zowel zijn toegepaste opdrachten als zijn autonome werk richt hij zich op het ontdekken, vertalen en verbeelden van identiteit.